Wedstrijdreglement Kempische biljartbond

 

1. Wedstrijdballen

De rode bal is de bal die egaal rood gekleurd is en duidelijk onderscheidend van de andere twee ballen.

De witte bal is de bal die egaal wit is en niet voorzien van een of ander merkteken

De gemerkte bal is de bal die voorzien is van een of ander merkteken of een afwijkende kleur, meestal geel.

De ballen mogen extra voorzien zijn van een of meerdere stippen als bewegingsindicator.

 

2. Niet gerechtigde speler

Een speler die niet is opgegeven als lid van de KBB wordt als niet gerechtigd beschouwd. Het opstellen van een niet gerechtigde speler wordt bestraft met het inleveren van alle behaalde punten door de niet gerechtigde speler, zowel caramboles als wedstrijdpunten en een aftrek van drie extra wedstrijdpunten voor het team. 

Men kan een speler altijd een week van te voren opgeven bij de competitieleider. Gebeurd dit tijdens het seizoen wordt er € 5,= in rekening gebracht bij de vereniging voor de te maken administratie.

 

3. Verplaatsen van wedstrijden

Indien een wedstrijd op de geplande datum niet gespeeld kan worden mag dit eerder of later plaatsvinden. Als dat later is dan dient binnen 3 maanden na de oorspronkelijk  geplande datum de wedstrijd gespeeld te zijn. Dit dient zelf veranderd te worden op biljartpoint. Dit dient wel te geschieden voor aanvang van de oorspronkelijk geplande datum. Een wedstrijd kan nooit gespeeld worden na de laatst geplande wedstrijd van de competitie.

Een wedstrijd kan ook geruild worden van uit en thuis ook dit dient men zelf in te geven in biljartpoint. Dit alles gebeurt natuurlijk wel met overleg van de tegenstanders.

 

4. Het niet komen opdagen voor een wedstrijd

Bij het niet komen opdagen voor een wedstrijd zal de in gebreke gebleven vereniging 10 winstpunten bij libre - 5 spelers, 8 winstpunten bij libre - 4 spelers en 6 winstpunten bij driebanden in mindering worden gebracht. De wedstrijd moet dan alsnog gespeeld worden. Weigert de in gebreke blijvende vereniging opnieuw te spelen dan worden er 2 punten per speler aan de tegenstander toegekend.

 

5. Doorgeven wedstrijdresultaten

Bij elke wedstrijd wordt een wedstrijdformulier ingevuld en door beide teamleiders ondertekend. Deze dienen door beide partijen bewaard te blijven gedurende de competitie. De wedstrijdresultaten moeten door de thuisspelende vereniging of in onderling overleg door de uitspelende vereniging, binnen 72 uur in Biljartpoint zijn ingevoerd.

De ingevulde resultaten worden later door BiljartPoint via email  doorgegeven aan de betreffende teamleiders, de secretarissen en de competitieleider.

Mocht dit na controle verkeerd zijn ingevuld dan meld je dit bij de competitieleider. Die kan dan vragen om een kopie van het wedstrijdformulier zodat hij het daarmee kan aanpassen.

 

6. Handtekening.

Door het plaatsen van hun handtekening verklaren betrokkenen dat de partijen conform de bepalingen van het wedstrijdreglement zijn gespeeld.

 

7. Aantal spelers bij een competitiewedstrijd

Een competitiewedstrijd moet met tenminste 4-spelers (5 personen competitie) of 3-spelers (4 personen competitie) gespeeld worden bij libre en met 2 spelers bij driebanden, met in achtneming van het gestelde over dubbelpartijen. Bij hoge uitzondering en in overleg met de tegenstander mag men in het libre spel ook met 3 spelers cq 2 spelers spelen, maar dat levert twee dubbelpartijen op. Gaat de tegenpartij daar niet mee akkoord dan wordt de wedstrijd op een latere datum gespeeld met inachtneming van het gestelde in artikel 3. 

Echter bij de bekerwedstrijden dient men bij libre met  5 spelers en bij driebanden met 3 spelers uit die vereniging aanwezig te zijn. Bovendien dienen deze spelers ook al in de onderhavige competitie gespeeld te hebben. Dubbelspelen mag hier dus niet!

 

8. Opstelling teams (speelsterkte)

Degene (inclusief de reservespelers) die het hoogste moyenne heeft wordt bovenaan opgesteld en zo naar beneden in volgorde van het moyenne. De volgorde van de opstelling wordt dus niet bepaald door het aantal te spelen caramboles! De volgorde van spelen is van de laagste naar de hoogste moyenne. Bij dubbelspelen kan hiervan afgeweken worden conform artikel 9.

 

9. Dubbelpartijen bij libre en driebanden

De speler die een dubbelpartij speelt wordt gewoon in volgorde van speelsterkte opgesteld als ware het een andere speler met een even groot moyenne conform voorgaand artikel. Degene die de dubbelpartij speelt is een speler die het dichtst bij het moyenne zit van de niet aanwezige speler.  Om te voorkomen dat deze speler twee maal achter elkaar speelt kan de volgorde van spelen onderling worden bepaald. 

Ieder lid, ook al speelt hij in een ander team, mag uitkomen in een ander team van dezelfde vereniging om zo min mogelijk dubbelpartijen te krijgen.

 

10. Nieuwe spelers

De secretariaten of teamleiders geven bij de opgave van nieuwe spelers hun moyenne op. Dit moyenne wordt, indien nodig, na 4 gespeelde wedstrijden (ongeacht in welk team ze uitkomen) herzien. Indien een speler meer dan 140% van zijn opgegeven moyenne gespeeld heeft verliest hij de behaalde bonuspunten in deze 4 wedstrijden. Indien een nieuwe speler in een seizoen minder dan 4 wedstrijden heeft gespeeld, dan wordt voor aanvang van het nieuwe seizoen het moyenne berekend over totaal aantal gespeelde wedstrijden.

 

11. Bestaande spelers

Het moyenne wordt elk jaar opnieuw bepaald waarbij alle resultaten van alle gespeelde wedstrijden over het afgelopen seizoen worden meegenomen. Heeft een speler in een seizoen minder dan 4 wedstrijden gespeeld dan wordt die speler ook al speelt die al jaren mee weer aangemerkt als nieuwe speler.

 

12. Taken van de arbiter

  • De arbiter heeft tot taak een partij – met uitsluiting van anderen – te leiden en dient duidelijk verstaanbaar en hardop te tellen,
  • Tijdens de wedstrijd dient de arbiter er voor te zorgen dat de niet aan de beurt zijnde speler voldoende afstand houdt,
  • Tijdens het tellen van een partij dient de scheidsrechter actief bij het biljart te staan, met name daar, waar de biljartballen caramboleren, maar zorgt er tevens voor dat de spelers niet gehinderd worden door hem of andere personen,
  • Uitsluitend de arbiter – en niemand anders heeft de arbitrage in handen en ongevraagde hulp zal hij beslist moeten afwijzen,
  • De beslissing van de arbiter is altijd bindend,
  • Alleen de speler mag aan de arbiter vragen om zijn beslissing te herzien.

 

13. Opstoot

Het thuisspelend team speelt met de witte bal. De tegenpartij speelt met de gemerkte bal.  De opstoot geschiedt zoveel mogelijk in de richting van het publiek. 

 

14. Carambole;

Een carambole is geldig nadat alle ballen tot stilstand zijn gekomen en er geen fout is gemaakt volgens artikel 15. Alleen de arbiter beslist of een carambole geldig is. 

 

15. Fouten zijn o.a. :

  • Het tijdens de uitvoering van de stoot uitspringen van een of meerdere ballen.
  • Touche
    Onder toucheren verstaat men het aanraken van een van ballen – door welke oorzaak ook – met de hand, keu, das, kledingstuk (jaspand) of welk voorwerp ook. De speler die een bal toucheert, is zijn beurt kwijt en zijn tegenstander mag verder spelen. Is een bal door het aanraken verplaatst, dan moet hij blijven liggen waar hij terecht is gekomen.
  • Biljarderen
    Hieronder verstaat men dat de pomerans van de keu nog met de speelbal in contact is als de speelbal de tweede bal of een band raakt. In dit geval is de (eventuele) carambole ongeldig en is de tegenspeler aan de beurt.
  • Het niet met tenminste één voet de vloer raken, op het moment dat de speler afstoot.
  • Het spelen met een andere bal dan de speelbal.  
  • Het afstoten op het moment dat alle ballen, na het maken van voorafgaande stoot, nog niet tot stilstand zijn gekomen. Het vorige punt is daarbij dan afgeteld men heeft hierbij een touche gemaakt.

 

16. De Inspeeltijd:

De thuisspelende ploeg begint met inspelen. Iedere deelnemer heeft het recht gedurende drie minuten in te spelen. De arbiter kan na twee minuten aankondigen dat er nog 1 minuut mag worden ingespeeld. 

 

17. Aftekenen van de hoeken

De hoeken hoeven niet afgetekend te worden.

 

18. Klasse-indeling

De samenstelling van de teams in de diverse klassen wordt bepaald door het totaal aantal te maken caramboles van de vaste spelers in een team. Het hoogste aantal speelt in de hoogste klasse. Dit kan afwijken door de competitieleider door organisatorische problemen veranderd worden.

Bij de samenstelling wordt ook rekening gehouden dat er maximaal twee teams van eenzelfde vereniging in dezelfde klasse mogen uitkomen.

  • Zijn er 2 teams van 1 vereniging in 1 klasse dan wordt ernaar gestreefd de wedstrijden tegen elkaar zo snel mogelijk in de competitie te spelen om vervalsing van competitie te voorkomen.
  • Een speler mag niet als vaste speler spelen in 2 verschillende teams van eenzelfde competitie. Dus bijvoorbeeld niet in 2 teams op zaterdagavond. Natuurlijk mag dat wel voor verschillende avonden.

 

19. Aanmelding teams

Iedere vereniging dient elk team schriftelijk op te geven met vermelding van de volledige gegevens van de vaste spelers en eventuele reserves, zoals bondsnummer, het aantal te maken moyenne en naam. Elke vereniging krijgt daarvoor tijdig een uitnodiging met een uiterste datum. Teams die na de sluitingsdatum aangemeld worden kunnen door het bestuur geweigerd worden.

Het aantal te maken caramboles is afhankelijk van de behaalde resultaten in het afgelopen seizoen en wordt tijdig bekend gemaakt.

Spelers zonder bestaand bondsnummer dienen te worden aangemeld via het aanmeldingsformulier.

 

20. Speeldagen, biljarttafels

De biljarttafel waarop gespeeld wordt heeft een afmeting van 2,30 meter bij 1,15 meter.

De speeldagen zijn voor:

 Maandagavond driebanden klasse 91,92,93 en 94

Vrijdagavond Libre klasse 81,82 en 83

Zaterdagavond Libre klasse 21,22,31,32,41 en 51

Bij uitzondering, zoals bij inhaalwedstrijden, kunnen de wedstrijden gespeeld worden op andere dagen / tijden mits in onderling overleg en met inachtneming van artikel 3.

 

21. Speelvoorwaarden

Het thuisspelende team heeft de verantwoording dat het biljart en de ballen, vóór aanvang van de wedstrijd bespeelbaar zijn, dus op temperatuur en schoon. Het scorebord moet duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn. De stand van beurten en caramboles wordt bij iedere beurt aangepast.

 

22. Teamleiders

Elk team kiest zelf een teamleider en eventueel een reserve teamleider. De taken van de teamleider  zijn:

  • Een correcte opstelling van de wedstrijden conform artikel 8,
  • Het correct en volledig invullen en tijdig invullen op biljartpoint ,
  • Is verantwoordelijk voor een correct gedrag van zijn teamleden tijdens de competitie.

 

23.  Aansprakelijkheid

Het bestuur is niet aansprakelijk voor schade aan het biljart en/of personen en/of persoonlijke eigendommen welke tijdens, voor of na een biljartwedstrijd of op welk moment ook zijn ontstaan. Ieder lid is persoonlijk aansprakelijk voor zijn doen en laten tijdens en rondom de wedstrijden in KBB verband.

 

24. Puntentelling

In elke wedstrijd worden per partij maximaal 4 punten verdeeld.

  • Per gewonnen partij (aan de hand van percentage) krijgt men 2 punten.
  • Per speler (die zijn moyenne haalt) wordt 1 punt geteld.
  • Bij gelijk spel in percentage krijgt ieder 1 punt (plus eventueel het punt indien ze hun moyenne behaald hebben).

 

25. Aanwezigheid

Elk team dient op tijd (ca een kwartier voor de officiële aanvangstijd) aanwezig te zijn, zulks in verband met de te verrichten administratie en beschikbare tijd van de lokatie. 

 

26. Kampioen

Aan het einde van het seizoen is de eindstand bepalend voor het vaststellen van de kampioen. Het team met het hoogste aantal behaalde wedstrijdpunten is kampioen. Zijn er meerdere teams met hetzelfde aantal wedstrijdpunten, dan wordt er een wedstrijd gespeeld op een neutrale locatie tussen de teams met gelijk aan punten. Is het na die wedstrijden nog gelijk is het team met het hoogste percentage (van de wedstrijden van die avond) kampioen.

 

27. Arbitrage

De arbiter wordt geleverd door de thuisspelende vereniging

 

28. Wedstrijdlengte

Bij libre geldt een partijlengte van 20 beurten voor beide spelers (dus inclusief nabeurt)

Bij driebanden geldt een partijlengte van 40 beurten voor beide spelers (dus inclusief nabeurt)

 

28. Aantal caramboles

Bij libre geldt een minimum van 14 caramboles (in 20 beurten) in alle klassen.

Bij driebanden geldt een minimum van 10 caramboles (in 40 beurten) in alle klassen.

 

29. Beginpositie:

De arbiter legt de ballen als volgt neer.

  • Rode bal op de bovenacquit
  • De speelbal op de rechter of linker grens van het beneden acquit
  • De derde bal moet op het benedenacquit worden geplaatst.

De aanvangsstoot en nabeurt moeten altijd direct van rood en mogen dus niet losband.

 

30. Vastliggende ballen libre 

Ligt de speelbal vast tegen een of beide aanspeelballen, dan mag de speler kiezen uit: 

  • Het plaatsen van alle ballen in de beginpositie.
  • Het spelen naar een niet vastliggende bal of losband via een of meer banden, waarbij de vastliggende bal alsnog geraakt dient te worden. De vastliggende bal mag niet bewegen tijdens de afstoot.
  • Het ‘vrij’- spelen van zijn speelbal door een kopstoot (massé of piqué).  

 31. Vastliggende ballen driebanden

  • Het spelen naar een niet vastliggende bal, of via een of meerdere banden tegen welke de speelbal niet vastligt.
  • Als de speelbal vast ligt met de rode bal, worden alleen deze twee ballen opgezet. De speelbal op het onderste acquit en de rode bal op het boven acquit,.
  • Als de speelbal vast ligt met de speelbal van de tegenpartij, alleen deze twee ballen opzetten. De speelbal op het onderste acquit en de andere bal op het midden acquit.

 

32. Uitgesprongen ballen libre

Zijn een of meer ballen uitgesprongen, dan dienen alle ballen in de beginpositie te worden geplaatst.

 

 33. Uitgesprongen ballen driebanden

Alleen de uitgesprongen ballen opzetten. 

  • De uitgesprongen rode bal op de bovenste acquit plaatsen
  • De uitgesprongen speelbal op de onderste acquit plaatsen
  • De uitgesprongen andere bal op de middelste acquit plaatsen.
  • Is dit niet mogelijk omdat daar al een bal ligt, dan de uitgesprongen een acquit lager cq naar links of rechts verplaatsen. Dus is de rode bal uitgesprongen en er ligt een bal op de bovenste acquit dan de rode bal op de middelste acquit leggen.

 

34. Slotartikel

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.